De visionaire IJslander brengt meester Glass een ode per piano
De pianomuziek van Philip Glass is om meerdere redenen zeer uitdagend voor zowel pianisten als luisteraars. Het vereist met zijn repetitieve structuur enerzijds een welhaast machinale focus, maar bewerkstelligt anderzijds via sierlijke arpeggio’s en tedere melodieën een hypnotische gemoedstoestand. Die spanning tussen beknotting en onbevangenheid haalt juist het beste uit Víkingur Ólafsson (1984). De IJslander, die debuteert op het vermaarde label Deutsche Grammophon, heeft geen moeite met de sensitieve verstilling van ‘No. 5’, om even later met adembenemende snelheid over de toetsen te ratelen voor het onstuimig golvende ‘No. 13’.